Aan synergie bouwen in I.A.M.

Synergie met de klant

Als Integrative Addiction Coach zal je werken aan een zo gelijkwaardig als mogelijke band met jouw klant. Want als je niet een gelijkwaardige band hebt met iemand, dan zal iemand zich in het allermooiste geval aanpassen aan jouw wensen op de korte termijn.

Dus wanneer je een klant wilt bijstaan in een lange termijn verandering, dan doe je er verstandig aan om te kijken of je -zo veel als mogelijk- dat machtsverschil kunt nivelleren. Laten we daarbij duidelijk zijn: iemand komt voor hulp dus dat machtsverschil is niet volledig op te heffen.
Maar door duidelijk te maken wat jij krijgt uit de samenwerking (lees: door adequaat betaald te worden, doordat het voor jou rustiger zou zijn, doordat jij meer levensgeluk zou hebben om dat jouw partner gelukkiger… etc. etc.) Met dit soort zaken kan je minstens jouw positie duidelijk maken en verhelderen dat jij misschien een wegwijzer kunt zijn omdat je theoretische kennis hebt, dat je een motivator en een ‘reminder’ kunt zijn om dingen te laten gebeuren, dat je bereid bent om samen te werken aan het verbeteren van de levenskwaliteit… maar dat jouw ‘klant’ degene is die de acties zal moeten uitvoeren en dat de kennis van de praktijk bij jouw klant ligt.

“Ik ben de expert van de theorie… jij bent de expert van jouw praktijk… samen komen we het verst!

Door zowel jouw eigen verantwoordelijkheid voor jezelf als ook de eigen verantwoordelijkheid van de ‘klant’ te benadrukken komt zowel de winst als de pijn bij die klant te liggen.
De moeilijkheid is -omdat het door de biologische verslaving moeilijker is voor de klant om dingen ‘belangrijk’ te maken voor zichzelf- dat iemand met een verslaving makkelijk zal voelen als: “oh, jij wil dit graag… dan doe jij het toch?” De dopamine laten stromen voor jezelf, het gevoel dat je in actie wilt komen voor jezelf, die is verstoord door het biologisch verslavingsproces. Daarom moet je als hulpverlener bij mensen die met een verslaving kampen regelmatig stilstaan bij de vraag waar de verantwoordelijkheid voor de acties ligt. Je zult mij bij nieuwe mensen regelmatig horen zeggen:

“Ik zie jou graag controle terugwinnen… Niet alleen omdat ik dan een goeie behandelaar zou zijn maar omdat ik je gewoon het allerbeste gun! Maar het is niet mijn verantwoordelijkheid. Jij mag jezelf dood gebruiken als jij dat wil… Maar is dat wat je werkelijk wil?

Maar als samen we aan de slag gaan dan zal ik dus moeten oppassen voor de het laten ontstaan van machtsverschillen. en dat zegt dingen over de toon waarop we met elkaar praten en het zegt iets over de inhoud van de dingen die ik zeg.
Om bij dat laatste te beginnen:

  • Woorden als “moeten” of “niet mogen” introduceren natuurlijk direct een machtsverschil,
  • iemand depersonaliseren (“je bent een verslaafde” in plaats van “je bent minstens een mens met afhankelijkheid en mogelijk ook verslaving”).

Maar onder de inhoudelijke woorden ligt een relatie waar over nagedacht moet worden omdat er maatschappelijk een ‘default’-manier is om over ‘verslaafden’ te denken als een soort van unter-mensch. “je weet toch, ‘ze’ zijn nooit te vertrouwen” etc. etc. (in de Amerikaanse politiek zijn er zelfs stemmen op gegaan om mensen met een geregistreerde verslaving het stemrecht te ontnemen!).

Deze verhouding tot de mens die kampt met een verslaving in bredere zin zie je nog niet eens altijd terug in de gebruikte woorden maar vooral in de toon waarop mensen (waaronder behandelaars) met hun spreken.:

  • Vertellen hoe het ‘eigenlijk’ zou moeten,
  • een beschuldigende of belerende toon,
  • boos of teleurgesteld worden op iemand omdat de gevolgen van de klacht zichtbaar worden waarmee iemand zich heeft aangemeld,
  • confrontatie met onvermogens zonder te werken aan een een werkzaam alternatief,
  • het idee dat je iemand zou kunnen bestraffen(!) voor z’n gebruik,
  • ervan uitgaan dat iemand niets zelf kan beslissen omdat er soms momenten zijn dat lange-termijn-beslissen moeizaam wordt,
  • het overnemen van de verantwoordelijkheid voor de eigen levenskwaliteit…
  • de op zich ‘normale’ moeite met verandering gelijk uitleggen als “ontkenning”,
  • afwachten tot iets eerst helemaal mis loopt in plaats van de vroege signalen oppikken en bespreken als een (misschien gezamenlijke?) verantwoordelijkheid,
  • ervan uitgaan dat alle problemen komen door het middelengebruik en over het hoofd zien dat middelen gebruik als een oplossing kan voelen voor situaties,
  • überhaupt afwijzing van de voordelen van gebruik of het plezier door gebruik,
  • mensen ontmenselijken en terugbrengen naar het niveau van een huisdier doordat je voelt dat je mag snauwen of schreeuwen tegen de klant… nut-te-loos!

Het zijn allemaal dingen die vroeger, toen ik mijn carrière in de verslavingszorg startte, nog echt he-le-maal normaal waren in de verslavingszorg. En stuk voor stuk blijken dat manieren van praten die (en dat is goed onderzocht) echt héél weinig positief resultaat opleveren.

Als we er van uitgaan dat de meeste mensen die middelen misbruiken eigenlijk helemaal niet bezig zijn met het “ontkennen van hun verslaafde gedrag”. Maar als we nadenken over de redenen waarom zij dat zouden doen, dan zie je hoe mensen wanhopig proberen om het verlies van zelfrespect, vrijheid en waardigheid te voorkomen. De angst dat je niet meer aan jouw ‘dope’ kan komen is vaak diep gevoeld bij een biologische verslaving. Toegeven dat controle niet zelfstandig lukt geeft voor een aantal mensen een diepe angst dat de mogelijkheid te gebruiken door anderen zal worden afgesloten. Dat maakt dat menen niet meer bezig zijn om samen met jou het gebruik te controleren maar voornamelijk gemotiveerd raken om (om jou heen) te werken aan mogelijkheden om te kunnen gebruiken.

Synergie

Het doel van IAM  is dat je synergie gaat opbouwen:

  • Dat je begrip gaat leren hebben zonder dat je gaat vinden dat je het samen eens zou moeten zijn.
  • Dat je dus ook met waardering voor de poging afstand mag creëren om te zorgen dat er géén schade voor jou ontstaat als een poging mislukt.
  • Dat je ook met waardering voor de persoon helderheid geeft over de verantwoordelijkheid, en wie de gevolgen te dragen heeft.
  • Dat je credits geeft voor (ook kleine) stapjes voorwaarts damage control en actief opkrabbelen, óók als er uitglijders zijn.
  • Dat je empatisch luistert zonder dat je het gelijk allemaal al moet weten maar dat je nieuwsgierig blijft naar de eigen oplossingen.
  • Dat je door samenwerking verder komt dan alleen.
  • Dat er enerzijds best iets lekkers of leuks of zelfs gezonds in het middelengebruik kan zitten terwijl het tegelijkertijd letterlijk ‘killing’ kan zijn…

Een ander aspect van synergie is expliciet dat niet de één, nòg de ander bepaalt waar je heen gaat maar dat je doelen samen bepaalt.

  • Dat je de sterke kanten gebruikt van beide partijen en niet alles gelijk maar vertaalt naar ‘verslavingsgedrag’ zoals dat in de 80’s en 90’s nog normaal was.
  • Dat je -zoals al eerder aangeduid- iemand het recht en ook de verantwoordelijkheid geeft om dingen te kiezen die in jouw ogen (nog) niet optimaal zijn.
  • Dat je vanuit je kennis waarschuwt dat iets misschien risicovol kan zijn omdat bepaalde voorwaarden misschien nog niet geoefend zijn. Maar dat je jezelf vervolgens inzet om het goed te laten gaan, en als het niet goed gaat om de schade zoveel als mogelijk te beperken om vervolgens te kijken wat iemand zelf beslist om op te krabbelen en te gaan doen om te werken aan de eigen(!) levenskwaliteit…

Self-coaching

Nou klinkt het natuurlijk of dit hoofdstukje tot nu toe vooral gaat over het integrative addiction management voor anderen… Maar stel nou eens dat degene die iets aan de verslaving wil doen dezelfde is als degene die last heeft van de verslaving?

Doe jezelf eens een plezier en lees dit hoofdstuk nog eens terug en bedenk je dan dat je dit hele stuk kunt lezen terwijl je zowel de coach bent als de klant… Herken je hoe je soms van alles moet van jezelf terwijl je niet luistert naar de vermoeidheid of de weerzin, hoe je tegen jezelf kunt staan te schelden “omdat het nou eens afgelopen moet zijn”, hoe je jezelf beschuldigt, of jezelf zegt dat je “wel een junk lijkt”, dat je niet naar de beginnende trek wil kijken “omdat het nog niet zo erg is”, dat je net zo hard aan “denial-busting” doet als dat in de jaren ’70 gebruikelijk was. Kortom, dat de toon waarop je met jezelf praat zo ontzetten onaangenaam is dat je niet eens naar jezelf wilt luisteren, laat staan met jezelf wilt samenwerken!
Praten met jezelf op een dergelijke toon is een hele slechte basis voor integratie van de moeilijke aspecten van jou zelf.

Iemand met een verslaving is veel meer dan die verslaving, zelfs al kan het een behoorlijke stempel drukken op een leven… Maar dat geld ook voor asthma, of suikerziekte, of Giles de la Tourette, of andere chronische ziekten.