Hoe vaak nog?

Herhaling

Het vervelende van verslaving is dat het een herhalend verhaal wordt. Natuurlijk een verhaal dat steeds nèt een stukje lager uitkomt dan de vorige keer, maar toch, vooral de herhaling is vaak hetgeen wat zo ondermijnend wordt ervaren. En natuurlijk sneuvelen er ook andere dingen, uiteindelijk krijg je alles kapot natuurlijk.

De druppel holt de steen uit. Niet door kracht maar door vaak te vallen…

Lees verder “Hoe vaak nog?”

On-going proces – (stap 10 & 11 uit 12-step)

on-going proces

Het is zaak om een bewust proces te maken dat zich ook in de toekomst door beweegt. Want waar de verslavingszorg al blij is als iemand stopt met gebruik en hun Diagnose-Behandel-Combinaties duren vaak maar één jaar terwijl in de praktijk mensen eigenlijk pas gerustgesteld zijn als hun partner, hun vader, hun moeder, hun kind zich een jaar of vijf niet heeft verloren in het gebruik. Terwijl in de praktijk mensen met serieuzere verslavingen zelf vaak zeggen dat eigenlijk het tweede jaar pas de vruchten begint op te opleveren van het eerste.
Natuurlijk zakken afhankelijkheden weg wanneer iemand een interessant leven leidt zonder of met gecontroleerd gebruik. Dat is natuurlijk nog niet zo makkelijk. Wat is dat: een leven dat de moeite waard is?

Lees verder “On-going proces – (stap 10 & 11 uit 12-step)”

Schuld nemen en extern schade onderzoek – (stap 8 en 9 uit 12-step)

Later in een traject is het goed om mensen te stimuleren om een extern schade-onderzoek te doen, juist ook om nuchter te leren kijken naar iets als “schuldigheid”.
Rond schuld bestaan er vaak grote verschillen tussen de omgeving van iemand met een verslaving en die persoon in kwestie en dat is logisch want:
A – Laten we helder zijn: je was er “niet helemaal bij” toen je de dingen deed die je onder invloed gedaan hebt. Regelmatig zie je dat de mensen onder invloed van hun middel toch eigenlijk géén herinneringen meer hebben aan hun gebruik, of -indien zij zich er nog wel wat van herinneren- dat zij onder invloed van het middel een aanzienlijk positiever gevoel hebben bij die momenten waarop het gebruik onhandig was of uit de hand is gelopen. Dat geeft vaak een behoorlijke emotionele mismatch met over de momenten dat zij andere mensen met hun gebruik hebben teleurgesteld.

“de kinderen die merken dat toch niet” versus “ik kan me niet voorstellen dat dat middel belangrijker was dan ik”

Helaas valt het dus vaak bitter tegen als dit achteraf nuchter opnieuw goed bekeken wordt en niet vanuit de eigen -gekleurde- herinnering. En de kans is best aanzienlijk dat er de nodige schaamte of het schuldgevoel ontstaat wanneer de omgeving vanuit boosheid gaat reageren. Regelmatig komt het ook voor wanneer er nog onvoldoende zelfcontrole is, dat die schuld en schaamte zo groot wordt dat “gebruiken” minstens een automatische en mogelijk ook de meest aantrekkelijke reactie wordt op dat gevoel.

B – Een ander punt is dat mensen vaak onvoldoende in de gaten hebben gehad dat zij dingen in het dagelijks leven in hebben geslikt die “er uit kwamen” middels gebruik. Daarmee werden de dingen die voor iemand belangrijk waren vaak niet serieus genomen in het nuchtere leven en werden die onderwerpen als “onder invloed” weggezet. Regelmatig ontstaat achteraf ook een gevoel bij de mensen die terugkomen op hun verslaving dat zij het gevoel hebben dat dingen “echt al honderd keer gezegd hebben” terwijl de omgeving dat nooit serieus heeft hoeven nemen omdat het in hun ogen “dronkenmanspraat” was of “gewauwel onder invloed waar je de volgende morgen toch niet meer op terug kwam -logischerwijs vanwege de kater en het gebrek aan chemische moed-“.

C – Ten derde geeft een verslaving in toenemende mate het gevoel dat het gebruik belangrijk is. Mensen zonder veel kennis van zaken die denken vaak dat het gaat over “genieten:”, maar meestal valt het vermogen om nog te genieten van dingen juist behoorlijk tegen door een verslaving.
Maar dat gevoel van “belang” dat door de verslaving soms naar het gebruik toe verhuist gegaan dat geeft de omgeving vaak het gevoel dat zij -dus- minder belangrijk zijn in de ogen van die persoon met een verslaving. Dat wordt door de persoon in kwestie heel anders gevoeld, zeker op de momenten dat het gebruik niet meer op de voorgrond staat. Dat aan de andere kant de omgeving uitgaat van het zichtbare gedrag, de keuzes die blijkbaar gemaakt zijn, en dat daardoor een gevoel van “minder waard zijn dan de drug” is ontstaan, dat is eigenlijk iets dat vrijwel altijd aanwezig rond iemand met een verslaving, als die de tijd heeft gehad om om zich te ontwikkelen.
Deze discrepantie geeft vaak aanleiding tot veel misverstanden, teleurstelling en irritaties vanuit de omgeving.


Reactie op schuld- en spijtgevoelens (intern)

Regelmatig gebruik heeft vaak tot gevolg dat er een afhankelijkheid ontstaat van dat gebruik, met name om met lastige gevoelens om te gaan. Kenmerkend is dat mensen vaak proberen om hun lastiger gevoelens niet te voelen. Sinds mensenheugenis gebruiken we angstremmers als alcohol en pijndempers als opiaten om dingen niet te voelen. Dat kan handig zijn soms, maar als je dat doortrekt en probeert om alle lastige gevoelens niet te voelen, dan ontstaan er emotionele problemen.

Gelukkig zijn is méér dan de afwezigheid van lastige gevoelens…

Zo is met name een gevoel van spijt, en zelfs vaak een gevoel van schuld over een deel van de dingen die niet handig zijn aangepakt een verstandige motivatie om niet alleen met dingen aan de slag te gaan maar om ook aan de slag te blijven (zie stap 10*)
Adequate spijt en adequaat schuldgevoel zijn in de ogen van de integrative addiction management positieve gevoelens die natuurlijk niet overmatig moeten worden maar die bijdragen tot goede lange-termijn keuzen, en een zelfbeeld met gevoel voor verantwoordelijkheid.


reactie op schuld- en spijtgevoelens naar de omgeving

De reactie op schuld is vaak defensief, verdedigend. Mensen die schuld krijgen, die trekken zich vaak terug. Daarom raden we in integrative addiction management aan om actief schuld te nemen in plaats van schuld krijgen. Voor deze stap moet wel voldoende stabiliteit aanwezig zijn. Wanneer iemand met een afhankelijkheid/verslaving naar de omgeving toe stapt en vraagt: “Waar heb ik jou pijn gedaan met mijn gebruik?” dan is het allereerst al niet handig om verdedigend te reageren met een “ja maar jij…”
Maar de ergste -hoewel begrijpelijk- reactie zou zijn dat zo iemand terugvalt in gebruik als truc om met de gevoelens om te gaan die het antwoord op die vraag hen geeft. Dat wordt door de omgeving -ook logisch- vaak als een absolute afwijzing ervaren waardoor de situatie sterk zou verslechteren.
De “Waar heb ik jou pijn gedaan met mijn gebruik?” dient dus pas gesteld te worden als je ook om meent kunnen gaan met het antwoord. Het kan handig zijn om daarvoor eerst met grenzen aangeven* en met sociale vaardigheden bezig te zijn geweest.

“Schuld” kan je beter “nemen” dan “krijgen”…


de schuldvraag

Het draait er natuurlijk om dat iemand leert om verantwoordelijk om te gaan met de schuld die iemand heeft. Enerzijds vereist dat natuurlijk onderzoek van de schade die andere mensen hebben geleden door de verslaving/door het gebruik. Anderzijds vraagt dat niet dat iemand maar klakkeloos alle schuld op de schouders laat zoals dat vroeger gebeurde door de schaamte over het eigen gebruik.
Het draait er natuurlijk om dat de “schuld” zo snel mogelijk wordt vertaald naar “verantwoordelijkheden” en dat iemand actief met zijn verantwoordelijkheden om leert gaan.

Juist doordat de eerste reactie op schuld vaak verdedigend is zie je mensen vaak “schuld pingpongen” waarbij de schuldvraag actief heen-en-weer geslagen wordt. Overigens géen handige strategie als je een verslaving hebt want meestal kan iemand soepel terug smashen met “maar jij bent degene die heeft gebruikt!”
Maar over het algemeen worden mensen gelukkiger door een gesprek waarin over-en-weer gezocht wordt naar de -gezamenlijke- verantwoordelijkheden, met oog voor de persoonlijke zwaktes die iedereen heeft en met oog voor de samenwerking (uitvoerende verantwoordelijkheid en eindverantwoordelijkheid).


12 Step

8. Maakten een lijst van alle personen die we schade hadden berokkend en werden bereid om het bij hen allen goed te maken.
9. Maakten het overal waar dit mogelijk was rechtstreeks weer goed bij deze mensen, behalve wanneer dit hen of anderen zou kwetsen.


Huiswerk

De zin van de “Zin in”-inventarisatie

Ondanks de dingen die we vroeger over hersenen dachten blijkt ons brein behoorlijk plastisch. Het past zich aan als je het oefent. En nee, niet alles is te oefenen maar er is alleen maar vooruitgang te verwachten -met kleine stapjes- als je dingen anders gaat doen in het dagelijks leven en gaat oefenen in je dagelijks leven. Iets een enkele keer anders doen dat maakt niet zo veel uit maar dag-in-dag-uit iets doen op een bepaalde manier baant nieuwe paden in het brein, het wordt makkelijker en het gaat steeds beter door de herhaling en de beloningen.

Maar voordat je iets kunt beginnen te oefenen moet je eerst weten WAT je moet gaan oefenen. Daarvoor is het handig om -nog voordat je zelfs maar begint te minderen- eerst eens goed inventariseert wat de redenen zijn om te gebruiken. Want daar zullen alternatieven voor moeten komen in het dagelijks leven.

 

Hou onderstaand formulier eens minstens(!) twee weken bij om overzicht te krijgen over de redenen waarom gebruik aantrekkelijk is, of normaal is in jouw leven, jouw dagelijks leven, jouw wekelijks leven of jouw maandelijks leven.

Naar (voorbeeld Excel) formulier

Neem gerust even contact op met uw coach om een persoonlijk formulier te verkrijgen.

 

Doelstelling: Hoe kan ik mijn partner (of kind, of klant) laten stoppen met dat gebruik?

Question: Hoe kan ik mijn partner (of kind) nou in godsnaam laten stoppen met dat gebruik?

Answer: Hoe hard moet je daar mee bezig zijn?…


Stoppen of starten?

waarschuwing verkeerslichtenVrijwel iedereen komt zelf -of voor een partner of kind- binnen met de vraag: Hoe kan ik hem/haar nou in godsnaam laten stoppen met dat gebruik!?! Maar het is eigenlijk de vraag hoe hard je daar mee bezig moet zijn?…
Lees verder “Doelstelling: Hoe kan ik mijn partner (of kind, of klant) laten stoppen met dat gebruik?”