Bewegingsoefening:
theorie:
Eerst staan en aandacht hebben voor omgeving
Dan rustig kuieren met aandacht voor de dingen in de ruimte
Vervolgens kuieren met aandacht voor andere mensen in de ruimte
Vervolgens gericht lopen: kies een punt en loop daar naartoe
Weer terug naar kuieren
(vraag aandacht voor rotaties in de romp en de breedte van de aandacht, vraag of het woordje “hoekig” of “rond” beter bij deze manier van lopen past, hetzelfde voor “breed” en “smal”)
Laat herinneren hoe het was om trek te hebben en hoe je dan soms kon ijsberen? Of was je juist iemand die stil ging zitten.
Voel hoe het is om trek te hebben in je manier van lopen…
(Vaak gericht op de grond, de aandacht is ‘hoekig’ -door smaller aandachtsveld)